Zangen van hoop

Titel
Zangen van hoop

Jaar
1919

Overig
Gedichten

Pagina's
106



DE VERLOREN MOEDER (aan Mevr. Berns)

Stil suizlen de zonnen door ’t ruim en vragen niet waarom zij wentlen, 't eeuwig ruim omhoudt

hen vast;

stil ruischen de zeeën en eeuwig daalt en wast haar blank gelaat en eeuwig ruischt haar eeuwig

golvenlied.

Stil bloeien de bloesems, de vruchten en worden

getast,

de menschen en de volken bloeien, zinken in het

niet.

Zooals een tuinder rondgaat en zijn akkers wiedt, zoo wiedend komt gij, Dood, in aardtuin en

verrast.

En ginds daar schreit een weduw, hier een

amper kind

en allen klagen, schreien, allen gij vindt bereid te volgen u en hare lieve doode.

Maar! 'n oude moeder aan sponde van haar kind die ’t dragen, het verwachten, en ’t bloeiend

opgaan zint

o bitter! waar haar, arme, ’t eerst bereid de zoode.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.