VERLANGEN
Verlangen is een vuur dat niet en dooft,
’t is als ’n zwaan klapwiekend, kan niet sterven: de Dood komt om het hart, in 't jonge hoofd droomt nog ’t verlangen in parelmoeren verven.
Mijn broeder, ons verlangen is sterker dan de wil de strijd is als ’n bloemknop om ’t verlangen het dunne huisje houdt ’t gloeiend blad gevangen, dan breekt het uit! en in de zonne stil
bloeit het omhoog! omhoog! Mijn broeder, uw verlangen overwint de dood, want als zijn donkere arm zich wringelt om uw hals, dan is het blank verlang’ in u nog levend:
en als gij op zijn vleuglen, door hooge heemlen
zwevend,
de ehglen zingen hoort uw doods- en hemellied, staart gij zoekend naar uw lief, hoort en begrijpt
hen niet.