GA NU.
Ga nu mijn snelle
snelgewiekte voeten, en draag mij snel o draag mij, draag mij snel door ’t zonlicht, goud, naar mijnen gouden lief.
Besla de blonde
goudgedreven keien, en zing jolijt wijl gij ze oversnelt,
— met gouden keel — naar mijnen gouden lief.
Draag mijn licht hoofd,
en draag mijn zingend hart,
en draag mijn blijde bloed
dat niet te hup’len weet,
en draag mijn lijf dat schatert van muziek
— gouden muziek ben ik — voort, naar mijn gouden lief.