Hij antwoord hierop, dat de mensen nóg nerveuzer en „un-ruhiger” werden, wanneer er geruchten in omloop waren, daarom had hij order gegeven, dat geen geruchten meer in het kamp verspreid mochten worden.
Ik val hem nu aan met de woorden: „Wanneer van de zijde van de commandant zelf aanleiding gegeven wordt tot geruchten, wanneer hij zelfs een verhouding heeft met zijn secretaresse, waarvan iedereen op de hoogte is, wanneer zich op een feest als juistgenoemde dergelijke uitspattingen voordoen, wanneer zijn ondergeschikten Van Dam en Van Laar tot na middernacht braspartijen houden, dronken zijn en dit op luidruchtige wijze kenbaar maken, is het dan niet vanzelfsprekend dat de mensen hierover praten? En vooral ook wanneer Möser (dit is nu Möss) in het kamp verscheen, wat nooit veel goeds betekende, en wanneer andere bijzonderheden werden ontdekt, kon het dan anders, dat men beangst was en iedereen sprak over een transport? Dat Vaders en Moeders met hun kinderen hierover spraken of met vrienden en bekenden? Wist LI dan niet, dat een transport voor de Joden een verschrikking was?”
Gemmecke: „Ja, maar om de mensen niet nog meer beangst en ongerust te maken, meende ik er juist aan te doen, deze geruchten bijtijds de kop in te drukken.”
„Ik zal U nu eens aanschouwelijk voorstellen, wal een transport in die dagen voor de Joden betekende.”
Ik haal een potlood voor de dag en leg dit voor hem op tafel, neem een tweede potlood en leg dit een eindje verder evenwijdig aan het eerste. „Nu moet U eens goed kijken”, en wijzend op het eerste potlood: „Kijk, dit is een transport en dat”, wijzend op het tweede potlood, „is het volgende transport, ziet U?” Hij knikt. Ik ga verder: „Also, nochmals, dies ist ein Transport, das ist schlimm, und hier (wijzend op het tweede potlood) ist der nachste Transport, das ist auch schlimm. Aber wissen Sie was das Schlimmste ist?” en met de vinger wijzend van het ene potlood naar het andere: „Das
27