de confectieafdeling van de vrouwen en meisjes, alsmede de keuken en de mensen, die werkzaam waren bij het uitzoeken van bonen. Verder interesseerde ik me voor de diamantslijperij, alsmede voor de drukkerij. Ik bezocht Vught in de maanden Augustus—September 1943. Ook Amersfoort is door mij bezocht, dit was na St. Micbiels Gestel en voordat ik in Wester-bork mijn ambt aanvaardde.
16. Wist V wat er met de Joden, die U tvegstuurde, gebeurde?
Neen! Naar Vittel in Frankrijk gingen de buitenlandse Joden. Ausehwitz was een groot werkkamp, Bergen-Belscn een „Austauscb Lager” voor die Joden, die buitenlandse papieren hadden, als voor Palestina, Paraguay enz. Theresiënstadt was een „Aussonderungslager”.
Ik had me tot nu toe vrij onverschillig en afzijdig gehouden, maar bij bet horen van Theresiënstadt als „Entgültigingslager”, Auswitz: „grosses Arbeitslager” en Bergen-Belsen: „Austausch-lager”. neem ik de man eens op, diezelfde kop nog van vroeger. Hij ziet er nog net zo verzorgd uit als destijds, alleen zijn haren zijn nu niet meer zo lang en handschoenen draagt hij ook niet meer, zijn vingers zijn bruin van het aardappelen schillen. Hij heeft een uitgesproken knap gezicht en meer het uiterlijk van een Engelsman dan van een Duitser.
17. Had U vermoedens, wat er met de Joden gebeurde?
Neen!
18. Weet V, dat van de ruim 110.000 Joden, die V weggestuurd hebt, er meer dan 100.000 vermoord zijn?
Hierop valt Schoenmaker me in de rede en zegt dat volgens
statistische gegevens, 100.440 personen vanuit Westerbork zijn doorgestuurd. Na enig gediscussieer blijkt, dat het door mij genoemde aantal van ruim 110.0000, het totaal uitmaakt van de Joden, die vanuit Nederland zijn gedeporteerd. Het verschil van circa 10.000 Joden is gedeporteerd vanuit andere plaatsen in Nederland.
12