HET WONDER.
m.
ijna alle groote dingen in het bestaan van een schoolmeester, gebeuren in een vacantie. De vacanties, dat zijn de hoogtijden voor hem, waarin hij zichzelven wordt, waarin hij het groote leven hervindt met zijn groote lijnen, zijn algemeen menschelijke gebeurtenissen, dat hij in den dagelijkschen werksleur bijna vergeten was, Want ten slotte zijn het niet de groote gebeurtenissen van een leven, dat men kinderen onderwijst, of huizen bouwt, of putjes schept of naar de beurs gaat, — de groote gebeurtenissen hebben plaats in het innerlijk van den mensch en zij zijn dikwijls te grooter, naarmate zij minder opgemerkt worden. Zij zijn geweldig in hun gevolgen, — en onmerkbaar in hun komen. Zij zijn de plotselinge kristallizaties, die een omwenteling in de structuur van de ziel met zich brengen, zij vormen het karakter en bouwen op en vernielen met één slag; — zij zijn de hand van God die ingrijpt door een o, zoo natuurlijke, noodwendige oorzakenreeks van onver-biddelijk gebeuren, in den steeds trageren, naar stil-stand en verstolling neigenden stroom van het men-schelijk bewustzijn, dien zij een nieuwe richting doet inslaan en sneller en levendiger en rijker, — ook die-per misschien, — weer voortbruisen...
En die groote gebeurtenissen, welke tijden zijn beter geëigend om ze rustig hun verloop te doen hebben, dan
101