42 IN DE GOUDEN KLOK.
״Dat is heerlijk voor van den winter," zei Vader. ״Dan krijg je geen winterhanden."
Maar dat was 't heerlijkste niet. Santje stond stil voor zich heen te kijken. Moeder had dus niet gejokt! Ze had niet gejokt! O, wat was Santje blij, wat was ze heel erg blij! En ook wel 'n beetje beschaamd...
״Ik kon ze niet eerder klaar krijgen," zei Moeder. ״Vanavond heb ik ze afgemaakt.” Ze zei er niet bij dat het heel lang geduurd had eer ze het geld voor de wol had kunnen missen.
Maar Santje kwam naar haar moeder toe. Ze voelde zich wel wat verlegen, maar ze deed het toch: zachtjes drukte zij een zoen op dat witte hoofdpijnvoorhoofd.
In bed zat zij nog even overeind. Wat een dag was het geweest, wat 'n geweldige, heerlijke dag! En ineens voel-de zij zich ernstig worden, alsof iemand haar hoofd voor-overboog... Als je zóón verjaardag hebt gehad... Er zou een nieuw jaar komen, een groot, onbekend jaar. Wat zou het brengen, o, wat zou dat groote, nieuwe jaar bren-gen... ? Maar zijzelf zou ook in dat jaar zijn, het kleine Santje, met al haar fouten en gebreken, haar zwakheden, haar strijd... Ik ... ik zal m’n best doen, dacht ze,... ik zal zoo erg m'n best probeeren te doen... En het was of haar hoofd heelemaal voorover wou blijven...
Toen trok zij haar punt van het kussen, dat zij met Nannie deelde, naar zich toe, rolde zich eens in, en sliep voordat zij het wist.,.
״Mijn verjaardagen waren wel heel anders,” zei EUy nadenkend.
״We hadden altijd een taart met kaarsjes, net zooveel kaarsjes als ik jaren telde, en 's morgens lag ik op jullie te wachten, dan waren jullie zoo lief, en er kwamen kin-deren en er was lekkers en de dag was heerlijk, en 's