zij danste. Zij danste, zij bewoog zich in een slangachtige, rhythmische golving die als gezweept werd, en toch lenig, streelend begeleid, doorhetopwindende gebonk en de meesleepende melodieën der altijd parate, geestdriftige piano. En alles danste, de verloren zoon dans־׳ te en de oom uit Genua, en de heer uit Indië, met al zijn mooie tanden, danste en de moeder van al die dochters dans-te, en de student danste en het mooie meisje danste en de christen jongen met het lorgnetje, en de dame in het blauwe complét, met al haar aangeboren gratie en aanvalligheid, nog verfijnd en ge-perfectionneerd door haar Engelsche sfeer; en de bleeke, stemmige, grijze vrouw danste en de goede neef, en de jonge meisjes, die jong waren en de jon-ge meisjes, die oud waren, allen dans-ten zij, met hartstocht of met bedacht-zaamheid, met toewijding of noncha-lance, sierlijk en zwevend of stijf en
71