het scheen, er was symboliek en beteeke-nis in het samenzijn dier schijnbaar zoo wereldsche, vroolijke groep, er gebeur-de veel meer dan er scheen te gebeuren, zooals er altijd veel meer gebeurt dan er schijnt plaats te hebben, in elk ding dat wij waarnemen van dit wonderlijke, gecompliceerde heelal. En als je de ge-voelsstroomingen had kunnen zien, zoo-als wij de lichtgolven waarnemen, dan had je daar in die dansende lichte me-nigte, om dat eigenaardige type heen.... Want vaag ergens in het binnenste van al die stoere kleine zakenmenschen, die felle, niets ontziende strijders-om-het-bestaan, was een schuwheid, een aarze-ling, een eerbied, een vragen, of het misschien toch anders was, en de verlo-ren zoon, ׳— ergens.... in een wereld waar andere waarden golden.... ׳— mis-schien juist de behouden zoon....
Maar wat er dan ook in die menigte, onzichtbaar, gebeurde, zeker is het dat 70