En iedereen was vriendelijk voor hem, de liefde ging in stroomen naar hem toe zonder dat iemand hem ook maar een woord zei, dat hem aan zijn verlies had kunnen herinneren, en zelfs in de harten der allerarmsten, die er zich van bewust waren dat hij het, anders dan zij, wel heel goed kon doen in de wereld, dat hij tenminste financieel geen nood hoefde te hebben, was nog geen spoor van nijd of afgunst op hem te vinden.... Indien iemand, dan werd het hèm gegund: zij voelden, dat hij toch de allerarmste was, zij gevoelden zich rijk en waren bedrukt door de gedachte, dat zij hem niet kon-den helpen....
Zoo was de goedheid en beschroomde liefde als een cordon om hem heen, en gedurende deze uren tenminste kon het ergste geen vat op hem krijgen. Hij was beschermd....
Ja hij was beschermd en opgenomen, als in een innig verband, in den familiekring 48