SONNET
Gij zaagt hem met zijn vrienden zich vermaken, hoe bruine Tadzio op ranke benen snel, zich repte in 9t opwindend tennisspel opdat de racket toch terecht mocht raken*
Hij miste nooit den kleinen, wilden bah Wie dorst zijn bateloze schoonheid laken ?
O sierlijk spel, dat niet lang duren zal, hoe wankel is de staat van aardse zaken*
Want wie daar in den avond voor zich heen stil zat te staren op 9t hoog terras, zag hoe 9n moedeloze knaap alleen, vooroverneigend in de branding was*
Als blind liep Tadzio van 9t lege strand diep in der golven gruwelijken brand*