onbekende, grote wereld, zoals veel romantische naturen die kennen, — angst, die dikwijls wordt verborgen onder bravoure of grillig gedrag*
Dit is niet het enige conflict, dat Hiegentlich nooit volledig zou overwinnen* Er waren meer trekken in hem, die de opbouw van een harmonische persoonlijkheid remden, b*v. de strijd tussen een scherpe zinnelijkheid, die de traditionele moraal verwierp, en een intense drang naar bewust-geestelijk leven; enerzijds de hang naar eenzaamheid, anderzijds het verlangen een rol te spelen bij en voor de mensen, want ten dele was hij een zachte, schuwe dromer, tot zwaarmoedigheid geneigd, ten dele een ,artist’, die graag zijn omgeving versteld liet staan van zijn exorbitante ideeën.
In het grote-stadsleven zocht hij zijn vrienden vooral onder kunstenaars en bohémiens* Hij, die zich had losgemaakt van het burgerlijk milieu in zijn ouderlijk huis, voelde zich bekoord en geboeid door het losse, het romantische, het vrije in hun levenswijze* Hij was een trouw bezoeker van de ,Reyn-derskring’, waarvan de bentgenoten zich destijds in het bekende café op het Leidseplein verzamelden, om eindeloos te discussiëren over artistieke en erotische onderwerpen*
Toch leefde in Hiegentlich ook een intens verlangen naar meer ideëel contact met gelijkgezinden* Deze kerngezonde zijde van zijn persoonlijkheid vond voedsel in het Zionisme, dat juist tussen 1925 en 1935 onder de Joodse studenten vele geestdriftige aanhangers telde* Ondanks de gemoedelijkheid van het Katholicisme in zijn Limburgse geboortestad en ondanks de liberale geest in zijn ouderlijk huis had Hiegentlich toch reeds in zijn jongensjaren te kampen met conflicten, die voortsproten uit zijn Joodse origine, — een punt,