heeft in onze Zuidelijke provincies nooit het strenge, dogmatische karakter getoond, dat zich soms in de Hollandse steden openbaart. Verder is de vrijzinnigheid van het Jodendom in Limburg, in het begin van deze eeuw, mede veroorzaakt door de invloed van liberale stromingen uit Duitsland, waar moderne rabbijnen met de oude tradities hadden gebroken. Ook de vader van Hiegentlich was bereid zich te assimileren aan het omringende milieu, maar de Joodse opvoeding van de kinderen werd toch niet verwaarloosd.
Hiegentlich was tamelijk vroegrijp in zijn ontwikkeling en schreef reeds als jongen wat proza en poëzie. Met een aantal kunstminnende vrienden stelde hij verschillende blaadjes samen en voerde toneelstukken op. Na zijn schooljaren — Hiegentlich bleef verstoken van het einddiploma-gymna-sium, daar hij op zeer slechte voet stond met de wiskunde — besloot hij, ook op aandringen van zijn vader, zich te bekwamen voor een acte, die hem een maatschappelijke loopbaan kon ontsluiten. Hij koos de studie voor Middelbaar Nederlands. De kennismaking met talrijke werken uit verschillende literaturen was een rijk genot voor hem. Hij verwierf de verlangde acte op 17 November 1930, wat een grote voldoening voor hem was, want het besef van zijn mislukking als gymnasiast had hem diep gehinderd.
In verband met zijn letterkundige studie had Hiegentlich Roermond verlaten en zich te Amsterdam gevestigd, om aldaar colleges aan de Universiteit te volgen. In de hoofdstad moest nu de jonge Limburger in vrijheid zijn weg zoeken. Hij was dit nieuwe bestaan reeds genaderd met tegenstrijdige gevoelens in de ziel: enerzijds de hartstochtelijke wil om te leven, ook met de zinnen, anderzijds de vage angst voor de