76 Gis teren komt nooit weerom...
rend de kwaliteit van het kleed, dat over de bestuurstafel lag. Ze maakten kritische opmerkingen over de borduursteek, waarmee de motiefjes waren aangebracht. Schroomvallig zetten ze de voeten op het mollige tapijt. En aan haar gezichten was te zien, dat ze dachten:
'Zo'n tafelkleed ga ik ook maken.'
Met het bondsgebouw als voorbeeld, kreeg een nieuwe fraaie stijl van binnenhuiskunst gelegenheid door te dringen tot de huiskamers van eenvoudige mensen. Ze smeten de ordinaire eiken portretlijstjes in de kachel en de vergulde rommel uit de Franse Bazaar gaven ze aan de vuilnisman mee. Ze kochten reproducties van Da Vinei, die ze achter glas lieten zetten met een simpel linnen plakbandje eromheen. 'De Zonnebloemen' van Vincent van Gogh kreeg een ereplaats in de huiskamer. Als er een jarig was, gaven ze elkander pulletjes ten geschenke. Geen huiskamer was volledig zonder lambrisering. Geen lambrisering zonder kleine bontgeglazuurde vaasjes. De vrouwen gingen zich kleden in terracotta rokken en zwart fluwelen bloesjes, met een grote platelen broche van 'De Distel' als enige versiering. De meisjes kregen van hun verloofden sieraden van edelsmeedwerk. De jongens kochten extra mooie zijden dassen, in de Leidsestraat bij Liberty.
De stroom greep niet alleen de volwassenen; zij trok ook de schooljeugd mee naar schoonheid en vernieuwing. Als de deuren van de lagere school zich voorgoed achter de jongens en meisjes sloten, stond de jeugdorganisatie buiten al op wacht. Dertien jaar oud was ik, toen ik de briefkaart thuis kreeg, waarop stond, dat ik was ingedeeld bij een leesclubje van de Arbeiders Jeugd Centrale. Ik bofte: mevrouw Wibaut-Ber-denis van Berlekom zou de leidster zijn van dat clubje. Om het lidmaatschap hebben mijn vrindjes me hevig benijd; en ik kon hun geen ongelijk geven. Want wanneer de club op woensdagavond in de kamer van het grote huis van de Wibauts aan de Weesperzijde werd toegelaten, stond er voor elk onzer een grote fles melk klaar. En midden op tafel een kolossale schaal met Sinterklaasjes. Eten maar jongens, en lezen!
Het eerste leesboekje zie ik nog, wanneer ik de ogen sluit. Het ging over het oude Griekenland. De mythologie. Namen begonnen ons vertrouwd te worden, die niemand in de Markensteeg of Rapenburgerstraat ooit had gehoord.
Als het tegen het voorjaar liep, stond er naast de Sinterklaasjes een vaas met bloemen. Dan bleven de goden rustig op de Olympus, maar we hoorden, voor het eerst van ons leven, over stampers en meeldraden en