36 Gis teren komt nooit weerom...
'Je moet naar Jonas Slap beneden om je in de winkel verder te laten scheren.'
'Dat is onzin. Dat kan niet. Dan weet morgen de hele stad het, en over honderd jaar lachen ze me nog uit.'
'Toch kan je zo niet blijven lopen.'
'Dat weet ik zelf ook wel.'
Vroeg moeder na enkele seconden van diepe stilte:
'Waar denk jij aan?'
'Hetzelfde waar jij aan denkt.'
'Lowietje Jacobs,' trok grootmoeder rap de conclusie.
'Er zal niks anders opzitten,' zei vader.
Riep moeder bits:
'En die bamboezeur komt hier niet over de vloer.'
'Nou,' zei vader langzaam, 'dan zal ik maar naar eenhoog gaan vragen of Lowietje me in de woning van Sientje en Dientje verder kan scheren.'
Grootmoeder stapte resoluut naar de deur en ging ervoor staan.
'Nooit. Je komt de woning niet uit. Zou je wel willen hè, bij die hopfal-derie op visite gaan en later aan iedereen vertellen, dat je schoonmoeder en je bloedeigen vrouw je gestuurd hebben.'
'En ik vertik het om bij Jonas Slap in de winkel te gaan.'
'Laat Jonas dan hier komen.'
Nee, dat komt op hetzelfde neer. Hij bazuint het toch rond.'
Het einde van het meningsverschil was, dat ik met een briefje naar eenhoog werd gestuurd. Of meneer Jacobs even driehoog wilde komen; het was toch vrijdag, zijn vas te bezoekdag.
Lowietje kwam en terwijl hij vader in het keukentje keurig afschoor, zaten moeder en grootmoeder in het voorkamertje voor het raam. Als twee vergramde gravinnen. Ze keken naar buiten. Lowietje bestond voor hen niet. Toen Lowietje vertrokken was, liet vader zijn versgeschoren wang zien.
'Zie je wel, geen schrammetje. Het apparaat is prima, alleen je moet er eventjes aan wennen.'
De volgende dag hing er een groot plakkaat in de winkel van Jonas Slap.
Zelfscheerders kunnen hun haar hier niet laten knippen.
Wie zichzelf scheert moet zijn eigen haar ook maar knippen.
Wij scheren alleen hele gezichten.