Sterker nog: die nieuwe beleggingen verschaffen de kapitaalbezitters nieuwe aanspraken op toekomstig inkomen. Want die beleggingen gaan weer rente opbrengen.
Door de inspanning van de overheid, de arbeiders en ondernemers, zien wij dus het vermogen van een kleine groep snel toenemen.
Wie zal het niet met ons eens zijn, wanneer het Plan van de Partij van de Arbeid daarvan zegt:
״Deze stille verrijking strijdt met het elementaire !) rechtsbewustzijn."
Snelle verrijking ten einde.
Dat mag op gronden van maatschappelijke rechtvaardigheid niet zonder meer doorgaan.
Het is een dringend vraagstuk, dat knappe koppen in alle landen bezighoudt. En niet alleen socialisten houden zich bezig met de vraag: hoe spreiden wij dat nieuwe bezit (dat gevormd wordt door de gezamenlijke krachtsinspanning) uit over het gehele volk.
Het vraagstuk van de ״bezitsspreiding" (zoals de term luidt) zal hoe langer hoe meer op de voorgrond treden.
Er zijn verschillende manieren in overweging om deze bezitssprei-ding te verwezenlijken. Winstdeling bijvoorbeeld is een poging ertoe.
Van de zijde der Katholieke Volkspartij hebben de heren Romme en van den Brink het denkbeeld opgeworpen van het bedrijfstakgewijs vormen van aanspraken van arbeiders op de in de bedrijfstak gemaakte winsten.
Deze methode heeft echter, naar de mening van de Partij van de Arbeid, bedenkelijke kanten, omdat niet in elke bedrijfstak de mogelijkheden gelijk zijn.
Er zijn nog andere mogelijkheden.
Maar waar wij in de eerste plaats de aandacht op willen vestigen is dit:
Evenals-de Partij van de Arbeid gaan beide K.V.P.-kopstukken van het standpunt uit, dat de in het bedrijf gemaakte winsten niet ״automatisch" en ״vanzelfsprekend" de aandeelhouders mogen toevallen.
De Partij van de Arbeid meent een doeltreffende oplossing voor dit vraagstuk aan te geven.
Bezitsspreiding over het gehele volk.
De oplossing, die het Plan aangeeft, luidt:
״Het spreiden van het totaal der arbeidersaanspraken over de werknemers kan waarschijnlijk het best geschieden in evenredigheid met de verdiende lonen, bijvoorbeeld voor alle werknemers boven 21 jaar, terwijl alle lonen boven een bepaalde loongrens (die dezelfde kan zijn als voor de Ziektewet) alleen medetellen voor dit maximumbedrag. De aanspraken zouden bv. kunnen worden gehonoreerd 1) telkens in aandelen van ƒ 100.— in het totale vermogen der participatiemaatschappij 3), waarin alle aanspraken van de gezamenlijke werknemers worden verzameld.
Om aan deze bezitsspreiding — in eerste aanleg nog slechts een aan-
33
1 3) Participatie is afgeleid van participeren = deel hebben aan.