ACHTSTE HOOFDSTUK.
Het winkeltje, waar Angelo beweert boeken te verkopen, ligt in het rumoerigste stuk van Brcwerstreet. Het is het hartje van Soho, de wijk, waar de Londense misdadigers de wijk nemen als ze voor de politie moeten wijken. In dat stuk straat is overdag een soort markt. Dat komt me goed gelegen.
Ik sta tussen een groepje van een man of veertig. Ze luisteren aandachtig naar een marktkoopman, die gipsen beeldjes met veel praatjes aan de man en de vrouw brengt. Ik let op Angelo's Bookshop. Het is een slurfje van een winkeltje. Vuil en vies. Angelo woont er niet. In de achterwand van het winkeltje is geen deur. Op de twee verzakte bovenverdiepingen is een handelszaak gevestigd. Angelo zit achter zijn toonbankje. Van de straat af kan ik hem vrij goed opnemen. Een slungel. Ik schat hem op een jaar of dertig, misschien een paar jaar ouder, maar veertig is hij beslist nog niet. Hij heeft lang haar, dat met een lok over zijn hoog voorhoofd hangt. Hij is brood- en broodmager.
Ik kan met een uitvlucht het winkeltje binnengaan. Ik vind, dat ik dan een stomme streek uithaal. Mijn één meter vijfentachtig doet me nogal opvallen. Veel verstandiger is het Angelo een tijdje in de gaten te houden. Ik moet een gelegenheid zoeken om hem kwasi toevallig tegen te komen. Als ik dan een praatje met
80