Ik lijk op 't lijk (roman, onder pseudoniem Richard Perridon)

ZEVENDE HOOFDSTUK.

Het is niet nodig, vind ik, Patchecki van de vechtpartij in de keuken te vertellen.

En toch komt hij het aan de weet.

Van Grilly natuurlijk!

Die heeft eindelijk een goede reden gevonden om zich van Molly te ontdoen. Tenminste, dat hoopt ze.

Patchecki laat Molly komen.

Molly doet haar verhaal. Wat zij mij er later van vertelt, komt hierop neer, dat Patchecki zich slap lacht als hij hoort hoe ze met Nickey de vloer heeft aangedweild.

Patchecki krijgt van mij hetzelfde te horen.

״Wist jij", vraagt hij me, „dat die Molly zoveel haar op de tanden had?"

„U vroeg me een goede lijfwacht voor Uw dochter", zeg ik met een grijns en een knipoog. „U hebt gekregen wat U vroeg. Als U ontevreden over haar bent, kunt U haar wegsturen. Maar dan ga ik ook."

„Ik peins er niet over jullie te ontslaan. Integendeel, ik ben zeer tevreden over jullie werk."

Dat antwoord geeft me een opening om iets te zeggen, dat me al lang op het hart brandt.

„Ik heb tot dusver nog niet veel werk gedaan. Tenminste niet als lijfwacht. Daar ben ik toch eigenlijk voor gehuurd."

66