״De eerste avond, toen ik je omhelsde, wist ik al, dat je Don niet was. Een vro.uw voelt zoiets. Patchecki heeft me gisteravond verteld, wie je werkelijk bent."
„Hij vertrouwt je dus nog."
„Hij zal me altijd bljjven vertrouwen. Sammy heeft tegen me gestookt, maar Patchecki geloofde hem niet."
„Alles goed en wel", zeg ik, „maar als ik hem vertel hoe lief je tegen me doet, zal Patchecki moeilijk kunnen beweren, dat ik ook gek ben."
Een stukje van de kaleidoscoop is in elk geval op zijn plaats gevallen. Dat ik Don niet ben, weet ze van Patchecki.
„Sammy is wel op een plotselinge manier aan zijn eind gekomen", zeg ik aarzelend en voorzichtig.
„Ja, zulke hersenbloedingen komen meestal onverwachts."
Ik vind, dat het nu tijd is om lukraak een nieuwe bedreiging uit te spreken.
„Eigenlijk jammer, dat zijn einde zo plotseling is gekomen. Wie weet wat hij had kunnen vertellen. Of misschien heeft hij een brief achtergelaten."
Ze kijkt me slim aan.
„Je hoeft met mij geen kiekeboe te spelen, Don, of liever Tony. Toen jij de brief las, die je onder het parket vandaan hebt gehaald, stond ik in de gang door het sleutelgat te loeren."
„En daarna heb je zelf de brief gelezen."
„Natuurlijk."
„Wat heb je ermee gedaan?"
„Weer onder het parket gelegd. Daarna heb ik Patchecki gezegd, dat we moesten zoeken naar papieren,
37