Ik lijk op 't lijk (roman, onder pseudoniem Richard Perridon)

Molly denken en dat amuseert me toch wel eventjes.

״Is ze mooi?"

״Er zijn mooiere vrouwen, maar ik ben ze nog niet tegengekomen."

״Goeie vriendin van je?"

״Kan niet beter."

״Mijn dochter", zegt Patchecki, ״is zeer mooi. En ik ben krankzinnig jaloers. Jij bent voor vrouwen zeer aantrekkelijk, weet je dat, Tony?"

״Dat was het eerste wat de verpleegster zei, toen m'n moeder met me op Zuigelingenzorg kwam."

״Hoe heet die vriendin van je?"

״ Molly."

״Met Molly in jouw buurt zal ik minder reden hebben om jaloers te zijn."

Die Patchecki is een slimme jongen. Maar als die dochter van hem zijn dochter is, nou, dan ben ik een Hottentot.

״Stuur Molly vanmiddag om vier uur bij me en reken erop, dat je morgenmiddag om twee uur op Schiphol bent. We gaan naar Londen."

Molly en ik zitten naast elkaar in één van de halve alcoof jes van het Chinese restaurant in de Lange Leidse-dwarsstraat.

״Overmorgen moet ik naar Londen, Tonv. Elke avond moet ik in de hall van het Strand Palace hotel wachten, totdat Patchecki me komt afhalen. Lijfwacht van zijn dochter; ze is natuurlijk zijn vriendin en hij is zo jaloers als een oude baviaan. Hij wil precies weten wat ze doet, wie bij haar op visite komt en tegen

23