״Kijk, kijk.... we behoeven ons niet aan elkaar voor te stellen. We kennen elkaar al."
״Aangenaam", brom ik slaperig.
Hij spreekt Dorry aan.
״Vertel eens meisje, wat is hier aan de hand!"
״Wat er aan de hand is?" valt ze uit en ik schrik van de felle haat in haar stem, ״dat heb ik je aan de telefoon verteld. Deze lange sla-dood loopt met maryuana sigaretten te leuren. Dat moet hij zelf weten; ik ben geen aanbrengster. Maar de fielt heeft geprobeerd een stuk of wat van die dingen in mijn tasje te planten. En dat neem ik niet."
״Oh", zeg ik. Wat had ik anders kunnen zeggen?
״Fouilleer hem maar", gilt Maurice. Spuit elf geeft ook modder (denk ik).
Mr. Smith laat zijn handen vakkundig langs mijn kleren glijden. Uit de ene zak van mijn jasje vist hij de sigarettenkoker. Daar zit nog welgeteld één spits toegedraaid toetje in. En uit de andere zak haalt hij maar liefst vijf van die dingen.
״Alsjeblieft", zegt Dorry triomfantelijk, ״zes inaryu-ana-sigaretten."
״Je staat er niet zo best op", bromt mr. Smith. Ik heb de indruk, dat hij de zaak toch niet helemaal vertrouwt. Maar wat kan hij doen? Zes marijuana-sigaretten liggen voor hem op tafel. Corpus-daar-Iigt-ie.
Ik vind, dat ik nu niet langer behoef eomedie te spelen. Met een schok ga ik rechtop zitten.
״Dat zijn geen marijuana-sigaretten", zeg ik.
״Welles", gilt Dorry.
״Scheur maar open", zeg ik ijskoud.
117