die domheid meteen gebruik gemaakt. Ik heb de rechercheurs toen dat verhaaltje verteld: Angelo heeft gezegd: geef jij je uit voor handelaar in verdovende middelen, dan breng ik je bij de politie aan en dan verdien ik drie pond. Dat verzinseltje van mij hebben de rechercheurs grif geloofd, allicht want het is immers zo aannemelijk. Maar daardoor heb ik Angelo meteen de pas afgesneden om van de politie iets over mij te weten te komen. Als hij zich straks op het bureau vertoont, spuiten ze hem met de brandslang van de stoep. Weg jij, leugenaar, jij hebt ons drie pond afgezet, uit onze ogen, anders stoppen we je in het schuurtje. Aan die kant ben ik wel veilig, tenminste voorlopig.
Zo hobbelen myn gedachten in de hink-stap-sprong verder. Erg rooskleurig is de situatie niet, maar ik slaag erin mezelf wijs te maken, dat er ook nog lichtpuntjes zijn. Ten slotte beland ik weer bij de vraag waar ik mee ben begonnen: wat moet ik doen?
Op het Thorbeckeplein zeggen mijn vrienden altijd: Tony Toeroen heeft de natuur van een olifant. Als een olifant in een kast met antiek porcelein dan altijd. Ze bedoelen, dat alle kletspraatjes me vroeg of laat (meestal vroeg) kilometers de keel uithangen, en dan schop ik met die lange stelten van me overal dwars door heen. Als een olifant. Meestal breek ik dan een hele massa, maar opgeruimd staat netjes. Ik houd nou eenmaal niet van smuigers en gluipers. Een bokser moet rechtuit slaan.
Angelo mag dan zo slim wezen als een mens, hij heeft minstens één zwak. Geld! Geld om verdovende midde
99