Door storm en duisternis

KORTE INHOUD VAN HET VOORGAANDE BOEK GETITELD: ׳TUSSEN SPEURDERS EN SPIONNEN׳

In de zomer van 1938 verlaat Dirk Poldervaert, onder zijn vrienden bekend als Dirk Koffiedik, de Hilversumse H.B.S. Hij krijgt een betrekking bij de reportage-afdeling van de omroep. Zijn chef is de bekende radio-reporter Gijs Bikstra. Tot het personeel van de afdeling behoort ook een zonderlinge man, die de Kreeft wordt genoemd. Zijn officiële naam is: Coendert Lagerwei. Bij de omroep werkt ook Lien Tholen, die op de H.B.S. een klas hoger zat dan Dirk.

In de twee jaren, voordat Nederland in de oorlog werd betrokken, wroetten allerlei spionnen in ons land, die probeerden de verdediging uit te hollen door de Duitse Nazi's allerlei gegevens over militaire en andere zaken in handen te spelen. De gedragingen van de Kreeft wekken daarom het wantrouwen van Dirk en Lien.

Met Willem Noteboom, Marietje van Witsen, Toon de Wit, Elisabeth van Elzen (bijgenaamd Lijsje Lorresnor) en twee judoca's, Henk van Straten en Katelijne, vormen ze een club, die probeert Duitse spionnen onschadelijk te maken. Daarbij komen ze in aanraking met de directeur van een transportonderneming aan de Weesperzij in Amsterdam (baas Geldrop).

Als in mei 1940 de oorlog uitbreekt, ontsnapt Dirk Poldervaert naar Londen. Hij ontmoet daar weer de Kreeft, want Coendert Lagerwei was geen spion van de Duitsers, zoals Dirk en Lien dachten, maar een overste van het Nederlandse leger, die tot opdracht had eventuele spionage bij de omroep in de gaten te houden. In Londen raakt Dirk betrokken bij de ontmaskering van een spionage-net, dat de Duitsers hebben opgebouwd. Hij wordt daarbij geholpen door de Nederlandse journalist Gerard van Reuve. Eind 1940 besluit Dirk zich te laten aanwerven als geheim agent. Met een parachute springt hij bij Nunspeet uit een vliegtuig. Hij ontmoet in bezet Nederland Lien weer en Willem Noteboom, en ook de andere leden van de club, die ze 'de naaikrans van Lijsje Lorresnor' noemen.

7