Moet ik het verhaal dan maar ongeboren laten? Grootmoeder zou zeggen:
' Wat is een held? Iemand, die een moischeltje (verhaal^) kent en het niet vertelt
Je krijgt alweer je zin, grootmoeder. ("Wanneer kreeg je ooit nietje zin?} Grootmoeders kijk op helden en heldenverering vatte ze trouwens ook nog in een andere zegswijze samen. Zei ze:
'Als je courage hebt is het geen kunst held te zijn. Maar als je géén courage hebt en je bent toch een held, dan ben je geen held, dan ben je een Napoleon.'
Maar laat ik het verhaal vertellen, het verhaal van de chassene van ome Kootje Benevante en tante Eeffie Uiekruier. Dan komt grootmoeder vanzelf in haar eigen stijl aan het woord, nu en dan.
Ze was huwelijksmakelares uit roeping. Ik weet wel, er zijn huwelijksmakelaars, die voor procenten werken. Zij niet! Ze makelde huwelijken, omdat ze gedreven werd door de puurste, on-baatzuchtigste genegenheid voor de liefde zelf. In haar vaag, maar oersterk religieus besef, was ze er heilig van overtuigd, dat de mens geroepen is een gezin te stichten. Geen daad is Go-de meer welgevallig, dan een, die mensen gelukkig maakt. Daarom liep ze met het geweld van haar primitieve overtuigingskracht storm tegen elk vrijgezellenbestaan. Haar werd wel eens gevraagd:
'Waarom wilt u toch alle mensen aan elkander schatchenen ?' Zei ze ernstig:
'Allanik (alleen) is maar allanik. Wat is een portemonnaie zonder geld erin? Een stuk leer, meer niet.'
72