zijn wangen. Drie keer, soms vier keer achter elkander liet hij de plaat draaien, en hij huilde steeds weer. Ik zal me niet wagen aan leken-wijsheden over diepte-psycho-logie, maar ergens in het zielkundige uurwerk van deze vreemde man moet iets gehaperd hebben... iets, dat mogelijk veroorzaakt werd door een gebeurtenis, een gezegde, een incident -God zal weten wat - in dat Joods-Portugese huisgezin aan de Weesperzij in Amsterdam, iets waarbij Zephyr's moeder betrokken moet zijn geweest.
212