gon hij een beetje nerveus te worden. En ik ging maar door. Ijskoud. Ten slotte heb ik hem een minutieuze beschrijving gegeven van de gevoelens, die een mens moet hebben, wanneer hij op het podium van de galg staat; en de beul legt de strop om zijn nek; en hij voelt het luik onder zijn voeten wegtrekken; en de lus wordt aangetrokken; en het strottenhoofd komt in de knel; en of hij wil of niet moet zo'n veroordeelde dan zijn tong uitsteken; en zijn voeten beginnen te spartelen; en hij voelt een kort schokje in zijn nek; en dan wordt alles rood en hij hoort een gegons als de zee en dan is hij bij ■zijn moeder terug. Indertijd heeft een dokter me dat allemaal uitgelegd. Ik vertelde het hele verhaal aan die Bronkema.' 'Je bent een sadist!' schold ik door de telefoon; en ik meende het.
Zephyr grinnikte en ging onverstoorbaar verder: 'De vent werd hoe langer hoe bleker. Hij keek naar het raam en ik zag in zijn ogen de gedachte: ik spring eruit, dan ben ik van alles af. En op dat ogenblik wist ik zeker, dat de vent een spion is. Toen werd hij zogenaamd brutaal, maar in werkelijkheid vocht hij met wanhoop tegen de zekerheid, dat ik hem naar de galg zou sturen. Ik heb hem vandaag niet naar huis gestuurd. Vannacht zit hij in het schuurtje. Ondertussen ga ik de Bijbel lezen.' 'De Bijbel ?' vroeg ik verbaasd.
'Ja,' grinnikte Zephyr, 'bij de huiszoeking vandaag hebben ze achter de broodtrommel de Bijbel van Bronkema gevonden. Wie bewaart nu een Bijbel achter een broodtrommel. Sufferd! Ik ga vanavond studeren.'
Toen ik de volgende ochtend op mijn kantoor kwam, zat Zephyr daar al op me te wachten. Hij had een triomfantelijke
206