SOMS IS EEN STUIVERSROMAN ECHT GEBEURD
Het lust mij hem te noemen: Zephyr da Costa. Dat 'Zephyr' is dan de voornaam. Volslagen knots, natuurlijk. Zijn echte voornaam is minstens even dwaas. Ook dat 'da Costa' heb ik verzonnen. Maar verder zal ik alles wat ik over hem te weten heb kunnen komen, zo nauwgezet mogelijk opschrijven. Veel heb ik van hem zelf gehoord. Enkele merkwaardige details hebben anderen mij verteld.
Een van zijn schoolkameraadjes heeft hem mij beschreven als een typisch Portugees-Joods jongetje met krullen en grappige lichte ogen. Nerveus. Pienter. Vol kattekwaad. Een clowntje. Hij en die schoolvriend genoten in de buurt een soort Pietje-Bel-reputatie. Dat span stond bij buur en vriend bekend als: 'die zwei Humoristen'. Ze hadden onderling een soort rolverdeling: het vriendje verzon de zotternij, en Zephyr verkocht de nodige poespas, zonder welke geen streek kon gelukken. Zephyr beschikte toen al over het merkwaardige vermogen, dat hem later zou doen opvallen. Instinctief wist hij precies waar de zwakke plek zat in de zielkundige wapenuitrusting van de mensen met wie hij omging. En met zelfverzekerde overtuigingskracht richtte hij de aanval altijd op zo'n zwakke stee. Smoesjes maken kan elke kwajongen; maar Zephyr's verhaaltjes werden door de buren altijd onvoorwaardelijk geloofd. Niet dat hij aperte leugens vertelde, oh nee. Kijk, het ging bijvoorbeeld zo:
Zijn vriendje beweerde, dat hij een goochelkunstje kende. Dat had hij in een boek gelezen, fantaseerde hij. Je legde een servet
182