ken heeft gehad. En indien al de levensvlam van talloze individuen kon worden geblust, niet die van de groep. Zij zal stellig, hoeveel kleiner ook geworden, opnieuw een eigen betekenis hebben in de ontwikkeling van stad en land, vaak het oog richtend naar het aloude land van herkomst, waar een zelfstandige staat is gevestigd, maar toch innig met Nederland verbonden. Ik moge hier nog eens een ontroerend vers citeren, dat ik een paar jaar geleden in herinnering bracht bij de heropening van het Joodse Museum in de Waag te Amsterdam, een vers uit het Geuzenliedboek 1940-1945, dat gedeporteerden laat zeggen:
'Nooit hebben wij dit land zo liefgehad'
'Vaarwel, goed land, het denken geeft ons sterkte
'aan d'oude havens van ons voorgeslacht,
'de stoere stad, waar Rembrandts vrienden werkten
'en 't stille dorp, waar eens Spinoza dacht.
'Hier schilderde Israëls zijn vissersmensen. 'Mendes da Costa hieuw er Chris de Wet, 'O land van veler daden, veler wensen, 'Ook ons klein stempel is op U gezet.'
Van een 'klein stempel' kan alleen gesproken worden naar de omvang, groot was het naar de betekenis!
31-5-57