BEVRIJDING
Nu ik over de bevrijding moet schrijven en mijn gedachten over haar in het gelid heb gezet, ontdek ik, dat ze vele malen van gedaante veranderd is.
5 mei 1945. De bevrijding is vandaag een vlag, die plotseling uit een gevel van de Leenderweg in Eindhoven wordt gestoken. Zij is: mensen, die juichend en huilend, tegelijkertijd dwaas en droevig doen. Een paar uur later is zij: een luidruchtig café waar wordt gegeten en gedronken. Ja, luidruchtig is zij vooral, die bevrijding van nog geen etmaal oud.
8 mei 1945. Ik sta op het "Waterlooplein in Amsterdam, in militaire uniform. Een man opent de deur van een garage. Omdat vandaag khakie en Canadees synoniem zijn, stumpert hij iets in een taal, die heel vèr weg aan een primitief soort Engels doet denken. 'Shalom', zeg ik.
Hij kijkt me aan. Begrijpt het eerst niet. Dan begint hij te huilen. Die garage is zijn garage. Nog van vóór de ondergang der wereld. Al die tijd heeft hij ondergedoken gezeten. In de Achterhoek. Fietsend en liftend, bedelend en knoeiend is hij in drie dagen tijds naar Mokum Aleph teruggekropen. Drie dagen pas is de vrijheid oud en hij is al terug op het Waterlooplein. Hij heropent zijn zaak. Zijn zaak! Als ik afscheid van hem wil nemen, zegt hij aarzelend:
'Moet U horen. Ik heb een beetje voedsel meegebracht. Doet U mij een plezier, komt U vanavond bij mij eten. Al die jaren heb ik alléén moeten eten... onder de vloer. Alléén eten is erger dan dood zijn.'
Vandaag is de bevrijding: een gezicht met een huiskleur, groeze-
87