J'.LOK
EERSTE HOOFDSTUK.
Zooals die Karei daar al den heelen avond zat te blokken!
Met zijn ellebogen lag hij op 't tafelblad gesteund. Onophoudelijk bewogen zijn lippen, maar je hoorde bijna niets anders dan een soort gebrom.
Alleen nu en dan sprak hij een woord uit en dan wipte zijn hoofd een eindje omhoog uit zijn handen. Dat was een gek gezicht. Moeder had er in 't begin een paar keer om gelachen. Het was precies of Karel's hoofd een elastieken balletje was, dat omhoog kaatste. Maar na drie keer lachte ze niet meer. Karei trok zich er toch niks niemendal van aan. Hij leerde maar.
Wat Karei dan eigenlijk wel leerde?
Jaartallen!
Geschiedenis was een vak, waar hij meer dan erg het land aan had.
Vader zei altijd:
״Die Karei kan wel goed jaartallen leeren, maar hij vergeet altijd, wat er in al die jaren gebeurd is."
Dat was nu wel erg grappig van vader, maar de meester verstond geen grapjes. Oome Teddy noemden de jongens den meester. Hij was een vriendelijke man, behalve als hij jaartallen overhoorde. Hij wist er een kunstje op, zei hij altijd. En dat kunstje was heel erg leuk, tenminste, dat vond hij. Maar de jongens zeiden altijd:
״Leuk, jawel... als je zelf niet aan de beurt bent, maar als je er net uitgepikt wordt, nou dan kan je je doodongelukkig voelen."
5