Hij had het al־z'n־leven wel gedacht, Jacobus, dat er iets met dien raren Amerikaan aan het handje was. Zooiets kon je met je klompen aan wel voelen. Woonde me daar zoo'n vent al maan־ den in drie paleizen van kamers. At zoo'n snij־־ boon altijd buitenshuis, wat veel duurder moest zijn dan gewoon met de pot mee. Reed maar in taxi's en rookte sigaren uit zilverpapier! Maar nou was־־ie er achter! Hij had dat heer terdege in de kieren. Moest het geval eens eerst overdenken, voor hij een poot verzette of een mond opendeed.
״Zoo, zoo, meneer de Yankee, jij bent dus hier als vertegenwoordiger van de ״Universal Ameri־ can Radio Corporation"!
Dat is een bedrijf van jewelste; zooiets weet een kind!
״En in Zwijndrecht woont Karei de Wind — nooit van gehoord, maar de naam klinkt écht — en daar is het heele spelletje om begonnen!"
De brief ruikt naar geld. Spreekt over millioenen Dollars, die Mr. Masters den onbekenden Karei de Wind moet aanbieden in ruil voor een uit־ vinding, die de Zwijndrechtenaar heeft gedaan.
Wij dringen er met den meesten nadruk bij U op aan, dat U deze uitvinding voor ons bemachtigt. Wanneer de uitvinding van Mr. de
12