alsof hij alle rollen reeds duizend malen zelf had gespeeld. Hij gaf in zijn eentje een reprise van ״Allerzielen", te beginnen bij: „Moet die pijp er helemaal aan?" tot aan het slot, wanneer Rita's zeeman ten tonele verschijnt. En hij kon de stem van Jan Musch beter imiteren dan Jan Musch zelf.
En we werden ook ontdekkingsreizigers in de wereld van het toerisme. De jeugdorganisatie beperkte zich toch niet uitsluitend tot economie en politiek. Er werd een kamp georganiseerd. In Zeist. Het eerste kamp, ־<■ waarvan de jeugd rondom de Joden Breestraat ooit gehoord heeft. Een kamp met tenten en strozakken. Zoiets had men nog nooit beleefd. Slapen in tenten, precies als de soldaten, maar nu vrijwillig. De halve buurt stond aan het Weesperpoortstation, toen de groep vertrok. Er werd eerst een foto gemaakt. Die heb ik onlangs weer kunnen bekijken. De jongens dragen matelootjes, die we destijds „ijswafels van een stuiver" noemden. De meisjes gichelen onder strooien hoeden met brede randen.
Wie nu door mijn oude buurt loopt, ontwaart overal bouwvallen. Flora, waar Leon Boedels speelde, is afgebrand; opgebouwd wordt het nooit. Het Grand Theater waar Heijermans speelde, is een ruïne. De Schouwburg in de Laan is aan een drukkerij verhuurd. Frascati is een bioscoop geworden. En de Hollandse Schouwburg . . .
De buurt is verlaten. De mensen zijn weg. Dezer dagen ben ik het gebouw van de A.N.D.B. weer eens binnengegaan. De laan heet nu: Dr. Henri Polaklaan.
De hoge stoep.
75