Herman van Kuilenburg was niet zo geestdriftig. Hij haalde de herinneringen op uit de tijd, toen hij nog een volksjongen was in Rotterdam, die begin December met vodden en todden uitgedost en met een zwart mombakkes voor langs de straat dweilde, galmende het schone lied van: ״Sinterklaas wou vissies vangen, bleef met zijn kont aan het hakie hangen". Hij reciteerde het lied natuurlijk niet woordelijk (je weet nooit wie meeluistert en zich bij de Minister mag beklagen) maar geen van de drie
113