hoor, ze gingen hierheen. Naar Paraguay, naar Asun^ion. Vader zei: overal is antisemietisme. Misschien daar in dat verre land nog niet. Op de vlucht voor hun eigen angst zijn ze hier terecht gekomen. Ik ben hier geboren.'
Peinzend ging hij verder: 'Soms, als ik 's nachts niet kan slapen, denk ik wel eens: waarom moesten ze juist naar dit onbekende Paraguay komen? Waarom? Waarom ben ik hier geboren? Ik had riet zo goed in New York ter wereld kunnen komen. Waarom ik en nog een handjevoljoden hier. Als ik lang genoeg heb gepiekerd, dan is het antwoord: om Israël tot werkelijkheid te maken, om instrument te zijn voor de wonderbaarlijke redding van de joden, die de kampen hebben overleefd .. . daarom, daarom . . . DAAROM!'
Ben je in Tunesië eenmaal op het schiereiland Djerba terechtgekomen, dan zegje gewoon tegen de eerste de beste taxi-chauffeur: 'Hara Shira' of 'Hara Kebira' ... en daar gaan we dan, langs redelijke wegen, diep het binnenland in. We reizen de oudheid tegemoet.
In die twee vergeten Sahara-dorpen leven afstammelingen van Joden, die zevenhonderd jaar voor het begin der Christelijke jaartelling uit de Babylonische ballingschap zijn gevlucht. Bijna drieduizend jaar zitten ze er al. In rust. In vrede. In veiligheid. De Tunesische joden dragen vele vreemde en enkele zeer bekende namen. Cohen komt veel voor, vanzelfsprekend, voor wie de afkomst en betekenis van die naam kent. Van Cohen kom je bij de priesters, en dan beland je vanzelfbij de synagoge. Dat is de wijd en zijd vermaarde Ghriba. Een wereldwonder. De oorsprong van dat godshuis is een schone legende. Op een dag, lang, lang, heel erg lang geleden, kwam een jonge vrouw naar Hara Shira. Ze was mooi. Ze leed honger. De joden van la Shira vroegen niet naar haar naam. Ze gaven haar te eten, ze verzorgden haar liefderijk. De jonge vrouw bleef onder hen wonen. Nooit heeft iemand geweten waar ze vandaan kwam.
21