WAT IS EIGENLIJK GEEN WONDER?
IN een flits zag ik op het blauwe scherm een straat in Praag (in de dagen, dat de jongens van de beeldbuis door Tsjechoslo wa-kije permanent overwerkt waren). Het was de straat van de Alt-Neu-Sjoel, de synagoge waar de restanten van de Golem zouden liggen wachten op de grote uitverkoop. Door de eeuwen heen heeft in de mystiek van vele volken de gedachte geleefd dat een wonderdoener een mens zou kunnen vervaardigen: de homunculus. In de overleveringen der Joden worden namen genoemd van wijze mannen, die door de Kracht van de Naam zo een wonder hebben volbracht. In Europa is rabbi Juda Löw ben Bezalel een van de bekendste. Hij schiep uit leem een monsterlijk-grote menselijke gestalte. De Golem. Een woord met een vrees-aanjagende klank. Het betekent: Vormloos Begin (Ps. 139:16). Door middel van een geheime formule bracht hij zijn schepsel tot leven. Als vijanden de Joden van Praag bedreigden ging de hersenloze onkwetsbare Golem hen tegemoet. Hij vertrapte hen als mieren onder zijn lompe lemen voeten. Rabbi Löw was een wijze wonderdoener. Hij ligt in Praag begraven. Egon Irwin Kisch ('de razende reporter' van de jaren dertig) heeft de zolder van de Alt-Neu-sjoel doorzocht. Hij vond de resten van de Golem niet. Maar dat zegt niets voor degenen, die in wonderen geloven.
Toen ik bij meester Norden op het Joodse schooltje van juffrouw Van Praag het Hebreeuwse alfabet leerde en vertalingen van gebeden in mijn kinderhoofdje moest stampen, heeft ze ons eens uitgelegd wat een wonder is:
'Zolang Mozes zijn arm omhoog hield, wonnen de Joden. Maar
9