Op 19 Mei 1935 heeft in Herveld (Gelderland) een debat־vergadering plaats gevonden. De Gelderlander van 20 en 21 Mei bevat het verslag van deze vergadering. Daar deelde een zekere Van Vugt mede, dat de ״N.S.B. hem enige tijd geleden heeft aangeboden tegen een zeer goed honorarium propagandist te worden."
Het Amsterdamse Neutrale Blok aller middenstanders, waarvan wj op blz. 19 spraken, heeft aan de jongste Statenverkiezingen niet deel־ genomen. Waarom niet? De leider van dat blok, de heer Weiss, heeft het in een vergadering, waarvan men het verslag vindt in de Nieuwe Rotterdamse Courant van 13 April 1935, openlijk gezegd. ״Het is niet
gebeurd om de weg voor de N.S.B. vrij te laten____" En in diezelfde
vergadering deelde een zekere heer Lampet je mede, dat de heer Weiss hem ƒ 100.— tot ƒ 150.— had geboden, om in de S.D.A.P. te gaan wroe־ ten. Zo ziet men hoe in de N.S.B. en in de planeten־organisaties het geld wordt benut.
Ziedaar enkele feiten, die tot de publieke opinie zijn doorgedrongen. Zij illustreren sterk de noodzakelijkheid om de ramen van Mussert's Augiasstal wijd open te gooien, het volle daglicht op de duistere rommel te laten vallen en het kwalijkeriekende zootje, dat deze staj herbergt, te keren met een ijzeren bezem.
Mussert spreekt nietl
De vraag naar de herkomst en de besteding der N.S.B.־financiën kat Mussert geen rust.
De publieke mening dringt met steeds groter klem aan op openbaarheid. De dreiging van het oorlogsgevaar, ook voor ons land, waarvan het centrum in Duitsland ligt, doet steeds meer Nederlanders zich af* vragen, of de N.S.B. wellicht verlengstuk is van het Duitse militaire apparaat en of de actie van de N.S.B. tot taak heeft de innerlijke weerstand van het Nederlandse volk tegen het Deutschtum van Goering en Julius Streicher te ondermijnen.
Op de stroom van vragen kan Mussert niet meer antwoorden met een orakelspreuk, waarin hij vertrouwen eist. Zijn adjudant Van Geel־ kerken heeft gedreigd met royement tegen ieder, die naar de financiën
vraagt____de vragen verstomden niet. Men heeft het geprobeerd met
grapjes, maar de Nederlander laat zich met smoesjes niet in het riet sturen. Ten langen leste heeft Mussert moeten antwoorden met mede* delingen, die een positieve inhoud hebben.
Dat antwoord (een brochure De geheime geldbronnen der N.S.B.) ligt thans voor ons. Het is geschreven door een meneer, die de open« baarheid zo zeer op prijs stelt, dat hij zijn eigen naam verzwijgt en schuil gaat achter het pseudo „Insider".
Wat deelt deze „insider" omtrent de herkomst der financiën van de N.S.B. mede? Wij zullen hem zelf aan het woord laten en de weer״ legging naast zijn vage mededelingen opnemen.
25