hij een hals-afsnijder, dan loste hij het pandje af en verdiende dik geld. Maar meestal waren die scharrelaars in briefjes geen echte woekeraars. Integendeel. Ze zorgden, dat de rente trouw werd betaald. En als de oorspronkelijke eigenaar later het briefje (zijn eigen briefje!) kon en wilde terugkopen, was de handelaar graag bereid met een gulden winst genoegen te nemen.
Tegenwoordig is Amsterdam niet meer zoals vroeger een verzameling buurten, maar een gevangenis, die zich uitstrekt van Diemen tot aan Haarlem en van Amstelveen tot bij Ilpendam. Een nachtmerrieachtige honingraat. En in elk celletje hokt een mens-insekt. Ieder in zijn eigen celletje, met zijn eigen televisie, zijn eigen stereo en zijn eigen pick-up, en hij weet van zijn buurman in het celletje naast-an nog minder dan van de mensen op Mars of in de Krabnevel. In de jaren van mijn jeugd was de wereld te weinig georganiseerd en de mensen verdedigden zich door zelf organisaties te stichten. Mijn generatie is opgegroeid met het credo, dat de organisatie het veilige schip is, dat ons naar een gelukkige toekomst zal voeren. Tegenwoordig gaat de wereld gebukt onder een teveel aan organisaties, er zijn er zo ontstellend veel, dat we ze nog alleen maar met de initialen aanduiden om tijd te winnen -en de mensen verdedigen zich door hyper-individualisten te worden. Want zonder evenwicht kan het leven nu eenmaal niet gedijen.
In hun celletjes zitten de mensen en als ze gezelschap willen hebben, schenken ze een glas vol en daar kijken ze dan in, en waarachtig het is waar, ze zien een medemens, ze
95