stuk voor stuk eenvoudige mensen. Simpele zielen. Arbeiders, negocianten en een paar kantoorbedienden en zo. Naarmate een mens ouder wordt, ontdekt hij, dat er in de politiek (en niet alleen daar) meer misverstanden dan schurken rondlopen. Ik verbeeld me echter, dat die oude afdeling in de joodse buurt, naar verhouding een veel kleiner aantal boze lieden herbergde dan de rest van de wereld. Ik heb later menig keer in weliswaar voornamer, maar heel wat slechter gezelschap moeten verkeren. Eerlijk, ik kan mij geen enkele herinneren, die in de volle zin des woords 'slecht' was. Met een paar van hen heb ik op voet van intieme vijandschap geleefd, maar ik weet niet eens meer waarom we elkaar toen zo hebben gehaat. Ik geloof, dat alle idealisten gebukt gaan onder een teveel aan verbeeldingskracht en een tekort aan inzicht in de menselijke boosaardigheid. De mensen in de buurt waren behalve idealisten ook nog straatarm. Hun gezin kwam eerst ; daar ploeterden ze voor. Ik zou niet onder ede durven verklaren, dat ze in hun wandel en vooral in hun handel nooit een gemenigheidje uithaalden. Misschien waren ze zelfs wel trots op de sluwheid waarmee ze in kleine sjacherzaakjes een lotgenoot een beentje hadden gelicht. Maar ook in hun borst woonden, ach, twee zielen. Een mens is nooit slecht voor zijn plezier. Ze werden voortgedreven door een hunkering naar een wereld, waarin geen zorgen zouden bestaan. Waar ze tevreden met hun gezinnetje een kleine portie rust en aards geluk en zonne-pracht zouden kunnen genieten, zonder dat ze behoefden te denken aan de tsores van morgen. Als de werkweek ten einde was, zaten ze op de Sabbath aan de gedekte tafel 5
58