derwijswereld. Hij werd in 1946 lid van de Partij van de Arbeid. Hij verwierf een professoraat. Beslist niet een mens met vooroordelen tegen de socialistische beweging. Ik stuurde hem mijn boek met dat verhaal. Zijn antwoord-briefje (ik bewaar het zorgvuldig) kwam er op neer, dat hij nooit in zijn leven had kunnen vermoeden dat de arbeidersbeweging vóór de tweede wereldoorlog nog aan andere dingen aandacht had geschonken dan aan een centje meer of een uurtje minder.
En nu dan, lezer, keer ik beslist terug naar het Waterlooplein.
Op dat schooltje van meester Willem Ploeger liggen ook kinderen van artiesten in de kost. Van de Nieuwmarkt komen elke dag een broertje en een zusje, onverbeterlijk arm-in-arm kuierend. Meyertje en Mietje Hamel. Twee onrustige blagen, maar wie, die hun vader en moeder kent, kan dat de schapen aanrekenen? Vader Flippie Hamel is een diamantslijper, tevens veel-gevraagd coupletten-zanger op bruiloften, partijen en aanverwante festiviteiten. Maar zijn werkelijke roem in de buurt verwerft hij bij herhaling door de oorspronkelijkheid van zijn practical jokes. Het verhaal van elke nieuwe mesjoggaas van Flippie vliegt van straatdeur tot driehoog, van kar tot stal, van slijpersmolen tot snijstersbak.
'Hebt u de nieuwste van Flippie Hamel al gehoord? Komt hij van de week thuis, zegt Betje: 'Flippie, is het geen schandaal, pas koop ik een paar nieuwe schoentjes voor het gezegende kind, en nou is er al eentje weg. Ik denk, dat het per ongeluk uit het raam is gevallen.' Affijn, Flippie zegt niks. Maar even later als Betje niet kijkt, steekt hij dat ene over
»5