De man, die zijn einde versliep
Zo, het schijnt dus nu definitief door te gaan. Ze gaan in Amsterdam een nieuw stadhuis bouwen. Echt! Als het plan tenminste weer niet veranderd wordt. Het schijnt nu wel zeker te zijn waar het komt.
Maar zelfs als dat nieuwe raadhuis de stad zal treffen, moeten ze mij niet wijsmaken, dat de Burgemeester op het oude Waterlooplein komt te pronken. Zó heet het plein in het Stratenboekje. De ware naam is anders. Tegen dat stuk gronds zeiden de mensen altijd: Vloeyenburgh; het is daar in vroeger eeuwen een drassige kledderboel geweest, want de Amstel deed het op de meest ongelegen ogenblikken buiten zijn oevers. De naam is later vergroeid tot: Vlooienburg. Daar komt het nieuwe stadhuis. Nu kan ik me best voorstellen, hoor, dat Bee en Wee liever over het Waterlooplein gesproken willen hebben. Wie 's avonds zijn meisje naar de overkant van het IJ in het gezinsverband terugbezorgt, zegt ook niet: 'Ik heb verkering met iemand van het Galgeveld.'
Waarom zouden ze dan nog eens extra wereldkundig maken, dat het nieuwe raadhuis op Vlooienburg komt? Er liggen te veel woordspelingen voor de grage handen der Mokumers te grijp. Om een gemakkelijk in 't gehoor liggend mopje te verzinnen: Amsterdam heeft een vlooienburg-^. meester. Waterlooplein dus, en als de wethouder
13