Er groeit gras in de Weesperstraat

Karootje is een Rapenburgerstraatse verbastering van het Duitse 'Kraut' of'Krautchen', kool, gezegd: rode kool. Die kool gaat in de azijn en als ze goed van de zurigheid doortrokken is, snijdt Moos de Zuurman er grote hompen van: karootje, waje-waje.

Niet alleen klank en woordkeus moeten de vrouwtjes en de zorgzame huisvadertjes uit de buurt tot kopen verleiden: er bestaat een moeilijke techniek om met een originele beeldspraak de klanten over de drempel van hun laatste aarzelingen te tillen.

Semmie, die een kar vol groene komkommers te koop aanbiedt, noemt de naam van de vrucht in het geheel niet. Hij roept slechts: 'Ze benne als de heipalen... ze benne als de heipalen.'

Voor de mensen in de buurt is zo'n zin afdoende. Ze benne als de heipalen, daarmee kunnen nooit sperzieboontjes bedoeld zijn. Maupie de haringman en Mietje, zijn vrouw, bedienen samen een drukke nering. Mietje snijdt de koppen er af en trekt de grom er uit; Maupie neemt dan de haring over voor de finishing touch. En terwijl hun vlugge handen honderden visjes per dag prepareren, voeren ze zonder onderbreking een kort monotoon declamatorium op: Maupie: 'Zij maakt ze klaar Mietje: 'En hij maakt ze schoon...' Maupie: 'Zij maakt ze klaar...' Mietje: 'En hij maakt ze schoon...' (ad infmitum).

Peperemuntje daarentegen, die met een kraam snoepgoed op de markt staat en af en toe met een kar vol lekkernij door de buurt trekt, zingt aria's uit bekende opera's; het libretto be-

52