vol boeken. Hijman Overst was broodbezorger en dichter. Ja, zijn versjes zijn zelfs in druk verschenen. 'Tintelingen' heetten ze, en de exemplaren zijn tegenwoordig alleen nog maar antiquarisch te koop. Mijn exemplaar hebben de Duitsers in 1940 gestolen. Wat hadden ze er eigenlijk aan ?
Dan was er ome David, een onbehouwen beer. Hij was de aanstaande schoonzoon van tante Ettie. Diezelfde David van Zanten was in 1918 voorzitter van de Bond van Sociaal Democratische Mobilisatieclubs. In die kwaliteit heeft hij in de novemberdagen Troelstra de verzekering gegeven, dat 'het leger' achter Pieter Jelles stond. Af en toe kwam tante Alida even aanwippen. Haar volle naam was Alida de Jong, en ze was een collega van Roosje Vos (de zuster van Saartje, van het kookboek weet u wel?), uit de Weesperstraat. Alida was ook in de Wazepergas geboren, in een keldertje, net als haar broer Godfried, die later de vader werd van dr. L. de Jong, tegenwoordig directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie en televisie-commentator.
Tante Alida was bestuurster van de naaistersbond. Voordat ik twaalf jaar oud was, heeft Alida mijn leven een beslissende wending gegeven; dat wil ik vertellen, zij heeft het ruimschoots verdiend, dat ik haar nagedachtenis vastleg.
De Germanen geloofden, dat aan de wieg van een pasgeborene schikgodinnen oftewel nomen staan, die de levensloop van het weerloze stumpertje vaststellen. Mijn nomen waren: een vakverenigingsman, een partijpropagandist, een volksvertegenwoordiger, een litterator, een revolutionair en een vrouwelijke Demosthenes. Anders dan bij de Germanen echter hielden mijn schikgoden zich niet alleen op bij mijn bedstee. Ik speelde bij hen op schoot. Ik zat menig keer naast hen als ze op vrijdagavond bij tante Ettie van de Sjabbespot
136