kun je hoeden kopen. Zegt vader: 'Wees op je hoeden. Wees een jehoede'.
Vader sjmoezaant maar. De mooiste verhalen bewaart hij voor de kapperszaak van Lowietje de Lange, elke week zijn die verhalen anders, trouwens vader vertelt ze ook wel eens van andere barbiers. Maar wat waar is, is waar: Lowietje is neringziek. Hij kent al zijn klanten in een wijd rayon uit zijn hoofd. Als er eentje zijn drieweekse beurt van haarknippen laat voorbijgaan, gaat Lowietje bij hem op visite:
'Waarom ben je niet geweest? Mankeert er wat aan mijn schaar? Als jij bij mij nietje haar laat knippen, haal ik bij jouw dochter in de zaak van Van Rooien geen boter en kaas meer. Voor iets hoort iets.'
Vader vertelt het nieuwste verhaal over Loewietje. Ik ben er zeker van, dat hij het op heterdaad verzonnen heeft, maar daarom is het juist zo mooi.
'Komt iemand bij Lowietje. Zegt hij: 'Lowietje, ik voel me niet goed.'
Zegt die man: 'Mag ik misschien even van je plee gebruik maken?' Zegt neringzieke Lowietje: 'Bij wie laat je je scheren?' Zegt die man: 'Ik scheer me zelf.' Zegt neringzieke Lowietje: 'Bekak je dan ook maar zelf.''
De winkel van Prins is dicht; voor de vensters hangen de papieren, waarop staat dat hier een prima gebakken biefstuk met gebakken aardappelen maar drie kwartjes kost. Joosten en Velleman beconcurreren elkander op leven en dood, ofschoon er voor nog honderd slagers erbij ruimschoots klanten zouden overblijven. Dan komt Swaab, weer een kruidenier, en op de hoek voor de sigarenwinkel van Mast zit door de week tante Gollie met haar kar...
lil