Zevende Hoofdstuk, waarin Karei van Veen dingen vertelt, die alles behalve mooi of vrolijk zijn; hij neemt geen blaadje voor de mond en aan het slot komt toch alles weer op zijn pootjes terecht (maar niet helemaal)..........blz. 117
Achtste Hoofdstuk, waarin wordt verhaald hoe slecht de regering in Londen op de hoogte was van de gebeurtenissen in de kringen van de Nederlandse Omroep gedurende de bezetting, en hoe na de bevrijding het Militair Gezag probeerde de vrije omroep een beentje te lichten, waarbij de regering als welwillende toeschouwer ter zijde stond. Maar in de benardheden van de omroepverenigingen, snelt Jan-de-Luisteraar te hulp en hij redt de bedreigden uit de handen der uniformdragers en positiejagers. En wat de V.A.R.A. betreft, die gaat al spoedig met rasse schreden naar een hoogtepunt in haar bestaan . . blz. 151
Negende Hoofdstuk, waarin Karei van Veen (voor de laatste keer in dit boek) aan het woord komt; hij vertelt hoe hij met vrouw en kroost naar Hilversum gaat om daar het Zilveren Feest van de V.A.R.A. te vieren en als de familie weer huistoe gaat, is zij groter dan toen ze op reis ging.........blz. 179
Tiende Hoofdstuk, dat onherroepelijk het laatste is . . . blz. 203
10