de microfoon een redevoering kan houden. Ga er eens heen!"
Zo was de eerste politieke uitzending in Nederland in de wereld gekomen. Geloof maar gerust, dat de lezers van de radio-pagina van „Het Volk" geluisterd hebben. Karei van Veen heeft gelijk; die eerste uitzending smaakte naar meer. Er was metterdaad bewezen, wat er met de omroep kon worden gedaan.
Levinus is bijna twee jaren voorzitter van de V.A.R.A. geweest (hij was haar eerste voorzitter) en hij is het met vriend en vijand roerend eens, dat er in Nederland betere voorzitters rondlopen dan hij was.
In de journalistieke wereld zegt men: „Een verslaggever, die redevoeringen houdt, is als een banketbakker, die taartjes snoept... dat is tegennatuurlijk."
Maar een goede oprichter is Levinus beslist geweest.
Als men de geschiedenis van vijf en twintig jaren V.A.R.A. overziet, dan verbaast men zich er steeds weer over, dat de vereniging op de beslissende ogenblikken altijd zo fortuinlijk is geweest. Boffen is een individuele eigenschap, niet alleen bij mensen, ook bij organisaties. Altijd, als de V.A.R.A. het water tot de lippen kwam, gebeurde er „iets", dat aan de nood een eind maakte. Altijd als de V.A.R.A. in moeilijkheden was geraakt of voor ernstige beslissingen stond, liep het haar op een of andere mysterieuze wijze mee.
Toen ze door haar werk de sympathie van de grote en machtige socialistische beweging nog moest verdienen, omdat haar werk nog niet eens was begonnen, kreeg de V.A.R.A. het kostelijke fortuintje, dat het Nederlands Verbond van Vakverenigingen een geestdriftig man als Coen van der Lende als „contactman" aanwees. Hij sleepte haar over veel staketsels.
Levinus van Looi liep zo warm voor zijn droombeeld, een eigen omroep, dat hij Jan-en-alleman in de socialistische beweging aanklampte om steun, voor het geval men tot oprichting zou overgaan. Zijn tweede gelukkige ingeving was, dat hij G. J. Zwertbroek, die toen propagandachef van „Het Volk" was, voor zijn denkbeeld wist te winnen. G. J. Zwertbroek heeft tegenover de V.A.R.A., tegenover de socialistische beweging, tegenover het Nederlandse volk, later een grote schuld op zich geladen, waarvoor hij de straf, die de wet hem oplegde, heeft ondergaan — maar wie het één ziet, mag het andere
24