Dan kijkt Kee me aan en zegt:
״Ik geloof niet, dat het de oude dag is, ik voel me ten minste nog als een meisje van duizend weken, nee Karei, ik denk, dat de jaren van de oorlog ons allemaal wijzer hebben gemaakt... Weet je, vroeger hebben we ons ontzettend opgewonden over dingen, waarvan we nu weten, dat ze helemaal niet zo belangrijk zijn... en daarom zijn de mensen dichter bij elkander gekomen, dat wil zeggen de mensen, die over de dingen, waar het werkelijk op aan komt, gelijk denken..." Die vrouw van mij is door het filosofische hondje gebeten (denk ik), maar ik zeg verder niks meer.
Trouwens als ik op het werk met deze of gene over die dingen praat merk ik wel, dat Kee en ik niet de enigen zijn, die zo denken; en zo is het niet alleen bij ons in de stad, maar zo schijnt het overal in het land te zijn. Een keer in de blauwe maand krijgen we nog wel eens een brief van Jopie, die achter Zwolle in de rimboe is blijven wonen; hij wil niet meer naar de stad terug (schrijft hij), want daar liggen te veel verdrietige herinneringen voor hem. Nou dat kan ik begrijpen, maar (zo schrijf ik hem terug) ik heb nog altijd dat radiotoestel en wat vorken en lepels en meer van dat spul, hoe moet dat nou, en zal ik er maar niet liever een postpakketje van maken? Nee (schrijft Jopie terug) doe dat niet, want ik kan niet vergeten, dat je mijn vrouw en kinderen in die angstige dagen zo hebt geholpen en doe me nou een pleizier en hou dat radiotoestel als aandenken, maar die vorkens en lepels en zo, die kun je me terugsturen. En verder schrijft hij, dat hij over veel dingen heeft leren nadenken en dat hij tot de conclusie is gekomen, dat alle mensen eigenlijk hetzelfde willen, namelijk: rustig leven met hun vrouw en kinderen en zonder angst voor de toekomst van hun kinderen, hun ogen dichtdoen, als hun eigen tijd en uur gekomen is.
„Maar weet je wat de ellende is in deze wereld?" (schrijft Jopie), „de mensen weten niet van elkaar, dat ze allemaal hetzelfde willen en daarom bestrijden ze elkaar."
Sommige mensen zeggen wel, dat er in Nederland na de bevrijding niets is veranderd, maar dat zijn lui, die niet verder dan de komende Zaterdag kijken; er is wel degelijk een heleboel veranderd. Als je door de stad loopt en je hebt je ogen niet in je vestzak zitten, dan merk
181