De V.A.R.A. wil in de toekomst de ontwikkeling voortzetten, die haar in elk aspect van haar veelzijdig werk, tot een weerspiegeling van de P.v.d.A. zal maken. Behalve door andere verschillen, wordt de V.A.R.A. ook door dit streven gescheiden van de drie andere grote omroepverenigingen. Bij de besprekingen omtrent de definitieve regeling van het omroepbestel, is het dan ook de V.A.R.A. geweest, die krachtig front heeft gemaakt tegen de pogingen om het ״terug naar het oude" in de omroep te doen zegevieren.
Om de ontwikkeling van de V.A.R.A. in de geschetste richting echter zo goed mogelijk te doen slagen, is de actieve en loyale medewerking nodig van alle leden der P.v.d.A., ook, ja juist van hen, die tot dusver de weg naar de V.A.R.A. nog niet hebben kunnen vinden. Voor het tot stand brengen van een synthese is die medewerking dringend gewenst.
De ontwikkeling naar een nieuw omroepbestel, dat de drang naar vernieuwing in de radio in practisch-verwezenlijkbare vormen zou leiden, geheel in overeenstemming met de aard en het karakter van het Nederlandse volk en met eerbiediging van hetgeen goed was in de historische ontwikkeling van vóór de oorlog — die ontwikkeling is nodeloos geremd en bemoeilijkt, doordat na de bevrijding gedurende een zekere periode de radicale haastige hervormers in het kabinet groter invloed op de gang van zaken in de omroep konden uitoefenen dan de bedachtzame geesten. De haastige radicalen wensten een herrijzing der omroepverenigingen tot elke prijs te voorkomen. Zij hadden in de tijd van schaarste, distributie en overheidsbemoeiing de wind mee. Lang hebben de omroepverenigingen moeten worstelen om... tot de microfoon te worden toegelaten. Pas op 21 Januari 1946 werd de stem van de V.A.R.A. weer in de aether gehoord. De eerste echte V.A.R.A.-uitzending na zo lange tijd van zwijgen, wekte ontroering bij tienduizenden. De stroom van brieven, die men de volgende dagen in Hilversum ontving, legde ondubbelzinnig getuigenis af van de plaats, die de omroepvereniging in de harten der luisteraars inneemt.
Wanneer grote verschillen van inzicht aan de orde zijn, kan men altijd hetzelfde zien: terwijl de reuzen strijden... kibbelen de dwergen; en de kleinen van geest intrigeren. Al waren de betrokken ministers formeel verantwoordelijk, in feite kan men hen niet aansprakelijk
171