aan het algemeen belang. Iedereen vocht voor zijn standpunt met een beroep op de nationale zaak, die hij wilde dienen. Het menselijk vermogen tot zelfbedrog is nu eenmaal onbeperkt.
Een spotter in Londen schreef eens: ״Hij heeft het altijd over de nationale zaak... hij is gewoon een nationale zakenman."
Bedenkelijk werd het echter, toen dit wonderlijke allegaartje zich met politiek ging bezig houden; en beslist gevaarlijk, toen het gezelschap ״de terugkeer" ging voorbereiden.
Wanneer men bij de geschiedschrijvers leest hoe in het begin der 19e eeuw de gevluchte Franse emigranten, die na de Grote Revolutie, met de Bourbons naar Engeland waren getrokken, dachten, handelden en intrigeerden, dan leert men, dat zich allengs in de geest van deze van het vaderland losgeslagen mensen vreemde ״verschuivingen" voordoen. Zij zien ״het vaderland in de verte" niet meer zoals het werkelijk is. Zij zien slechts een vaderland, zoals zij zich verbeelden, ja zoals zij heimelijk hopen, dat het zal zijn. En dan volgt in dit merkwaardige zielkundige proces ras de volgende periode. Ze gaan ״de terugkeer voorbereiden." Dat wil zeggen: zij gaan plannen maken om te zorgen, dat het vaderland-van-straks precies overeen zal komen met het vaderland, dat ze zich hebben gedroomd en gewenst.
De geschiedschrijver velt over de mensen, die aan deze zinsbegoocheling ten prooi zijn geweest het vernietigende oordeel: ״De Bourbons hebben niets geleerd en niets vergeten."
Een zelfde proces viel ook in Londen waar te nemen. De neiging om het bevrijde Nederland met een vernieuwd bestel gelukkig te maken, werd bedenkelijk, niet omdat vernieuwing op zich zelf uit den boze zou zijn, maar omdat gaandeweg in de Londense kolonie mensen de boventoon gingen voeren, die geen dag eerder dan de tiende Mei 1940 hadden ontdekt, dat Hitier het kwaad en de oorlog tegen het nationaal socialisme het goede was. Voor die datum waren ze angstvallig neutraal geweest ... in het gunstigste geval. Maar vaak genoeg hadden ze óf in Frankrijk de beweging van het Croix de Feu en Cagou-lards met een welwillend lodderoog gadegeslagen, óf met onverholen sympathie gezien, dat de Nazi's in Duitsland de Joden afslachtten, óf met principiële argumenten de corporatieve staat van Mussolini als het summum van staatsmanswijsheid afgeschilderd.
154