cn als we niks vinden, nou dan weten we ook zeker, dat er niks is. Hij laat een zaklantaarntje in mijn ogen schijnen en dan gaat hij met een soort verrekijker in het putje van mijn oogballen loeren en hij steekt een andere verrekijker in mijn oren. Dan bindt hij een soort elastiek om mijn arm en op een thermometer gaat hij mijn bloeddruk meten en met een hamertje op mijn knie kloppen... man, een onderzoek van wat heb ik jou daar, of het de duurste visite is. En terwijl hij me examineert, hoor ik hem steeds brommen van tevredenheid. Hij zegt: ״Dat is ook in orde... dat is uitstekend... mens je bent nog bloed-jong... je hebt een gestel van gewapend beton... en een hart als een paard... wil je geloven, dat ik jaloers ben op zo een hart! Aan het slot zegt hij: ״Vertel eens wijffie, hou je mij misschien voor de gek met je klachten, ik kan niks vinden, alleen maar sprankelende gezondheid vind ik, anders niet! Nou dat is me ook wat (denk ik, terwijl de dokter me verder aankijkt), ik ben toch niet van mijn zinnen. Ik weet zeker, dat ik de laatste tijd die zeurende pijn in mijn borst voel, en nou kan die dokter niks vinden. Ik zeg: ״Tja, dokter, het spijt me erg voor u, maar er moet toch wat wezen, zo vanzelf wordt een mens toch niet chagrijnig." Hij kijkt me weer eens onderzoekend aan en zegt: ״Vertel me nou eens eerlijk... doe jij misschien aan politiek?" Ik ben een beetje verbouwereerd, want zo'n vraag verwacht je natuurlijk niet en ik zeg: „Nou ja, politiek en politiek zijn twee... Ik doe bestuurswerk in de V.A.R.A., als u dat misschien bedoelt." En hij zegt weer: „Nee, dat bedoel ik niet... lees jij misschien te veel in de kranten en trek je je daar te veel van aan?" Wie leest nou tegenwoordig niet in de krant, maar wat heeft dat nou met mijn gestel te maken? „Alles heeft het me je gestel te maken", zegt de dokter. „Het is me nogal een mooie boel in de wereld met die oorlog tussen Duitsland en Engeland. Polen is bezet en elke week hoor je, dat Hitier van plan is komende Zaterdag Nederland binnen te vallen." En de dokter vertelt me, dat ik last heb van mijn zenuwen, omdat ik me over de dingen van de politiek veel te druk maak. Ja, ja (denk ik) hij heeft makkelijk babbelen, maar ik heb twee kinderen en de oudste is een jongen, die al begint op te schieten en heel gauw moet dat heerschap al aan de militaire dienst gaan denken, nou welke moeder leest dan niet de krant of haar leven er van af hangt? Dat zeg ik
120