JOOST SYBRANDSZ. BUYCK 28
len voorzag, maar in elke voorkomende behoefte, van de levering van buskruit, klinkers en kaas tot een minnemoer toe voor ,s Konings jonggeborene. Ook in het grote politieke spel van den Koning vervulde Occo menige belangrijke opdracht. Het bezoek van den Koning aan Amsterdam en aan Occo's huis in Augustus 1521 was allerminst van eigenbaat ontbloot. Bij het huwelijk van Christiaan den Tweede met Isabella, een zuster van Keizer Karei den Vijfde, was hem een bruidsschat van tweehonderdvijftigduizend goudguldens toegezegd. Daarvan ontving hij in 1520 na lang onderhandelen een eersten termijn van honderdduizend Carolussen, waarna de tweede termijn, van vijftigduizend guldens, verviel op Sint Jansdag 1512. Er was in de Nederlanden weinig geestdrift om voor den Deensen Koning dit geld op te brengen, zodat Christiaan het raadzaam achtte zelf op den vervaldatum ter plaatse te zijn. Zo bracht op een Juni-avond een Kamper schipper een koopman, in wijden Spaansen mantel gehuld, van twee dienaars vergezeld, over de Zuiderzee naar Amsterdam. Het was Christiaan de Tweede, de machtige Noorse Koning, die zijn geld kwam halen. De Koning nam bij Occo zijn intrek, maar vertrok spoedig naar Brussel, waar hij zijn jongen zwager Karei den Vijfde ontmoette, die juist van den befaamden Rijksdag te Worms was teruggekeerd. De nog jeugdige Karei, die spoedig onder den invloed kwam van den ouderen, meer ervaren Christiaan, reisde met hem door Brabant en Vlaanderen, waar zij overal met grote feestelijkheid werden begroet. In Brugge ontmoetten zij Erasmus, te Antwerpen Albrecht Dürer, die van den Koning een portret vervaardigde. Het eind was niettemin, dat Christiaan in Augustus weer te Amsterdam was en nog altijd zonder geld. Ook Amsterdam ontving den Koning met hoffelijkheid en feest-vertoon, doch evenmin genegen zelfs maar een duit te offeren. Zo was Christiaans verblijf ten huize van Pompejus Occo voor den een noch den ander onverdeeld vreugdevol. Nochtans be-